DILEMMA


Dilemma

A dilemma (Greek: δί-λημμα "double proposition") is a problem offering at least two possibilities, neither of which is practically acceptable. One in this position has been traditionally described as "being on the horns of a dilemma", neither horn being comfortable, "between Scylla and Charybdis"; or "being between a rock and a hard place", since both objects or metaphorical choices are rough.

This is sometimes more colorfully described as "Finding oneself impaled upon the horns of a dilemma", referring to the sharp points of a bull's horns, equally uncomfortable (and dangerous).
The dilemma is sometimes used as a rhetorical device, in the form "you must accept either A, or B"; here A and B would be propositions each leading to some further conclusion. Applied incorrectly, it constitutes a false dichotomy, a fallacy.




Prisoner’s Dilemma is a 1988 novel by American author Richard Powers. It is the
story of a family living in DeKalb County, Illinois.

The novel centres around the father of the family, who is trying to find a solution to the "prisoner's dilemma" posed by mathematicians at the RAND Corporation. He wishes to solve the dilemma through writing an alternate reality, explaining how human beings could live together peacefully. To do this, he uses many elements from real life twisted slightly.




Het prisoner's dilemma (dilemma van de gevangene) is een meestal onvertaald gelaten begrip dat vaak als illustratie in de speltheorie wordt gebruikt.
Een veel voorkomende formulering is de volgende hypothetische situatie:
Er is een ernstig misdrijf gepleegd. Twee gewapende mannen worden gepakt en het staat wel vast dat het de daders zijn, maar het bewijs ontbreekt. Ze worden apart in de cel gezet en kunnen niet met elkaar communiceren. De openbaar aanklager doet elke verdachte het volgende voorstel:
1.    Als jullie allebei blijven zwijgen, kan ik jullie niet veel maken. Je krijgt dan alleen een lichte straf wegens wapenbezit zonder vergunning.
2.    Als er een bekent, is de zaak rond. Degene die bekende zal ik vrijspreken omdat hij zo goed heeft meegewerkt. Degene die niet bekende kan minstens tien jaar verwachten.
3.    Als jullie allebei bekennen, krijgen jullie allebei vijf jaar.
De vraag is: wat kan een gevangene het beste doen?
De essentie van het dilemma is dat het voor beide verdachten samen beter is te zwijgen, maar elke verdachte denkt alleen aan zijn eigen voordeel. Ongeacht wat de ander doet, het is voor elke verdachte beter te bekennen. Immers, als de ander zou zwijgen heeft bekennen het grootste voordeel, en als de ander bekent, heeft wederom bekennen het grootste voordeel.
Een en ander wordt duidelijk in de volgende tabel. In de tabel staat - heel egoïstisch - alleen wat de 'ik-persoon' krijgt:



Ik zwijg
Ik beken
Hij zwijgt
Ik krijg een geldboete
Ik ben vrij
Hij bekent
Ik krijg tien jaar
Ik krijg vijf jaar





The Prisoner's Dilemma at the Movies
Every film noir involves a prisoner's dilemma. In all movies of this genre, the universe is alien and rather frightening; no-one's motives are quite clear; in a morally barren world, the characters have the opportunity to forge bonds of loyalty or to betray each other.
In one variation, the heist movie, freelance criminals team up to commit a robbery; if all cooperate, they will each receive a proportional share of the loot; if one betrays the others, he will take all, and the rest will have the sucker's payoff.
Most noir films end with a showdown or standoff; this usually represents the penultimate moment in a prisoner's dilemma, where the players hang on the edge of a move, undecided as to whether to cooperate or engage in an act of defection which will certainly end the game and will probably result in a death, their own or someone else's. Confrontation occurs in an empty warehouse or abandoned pier; players slide satchels or guns across the floor to one another; the gun represents the card being played, cooperation or defection; the satchel is the payoff that is being contested.




Speltheorie

De speltheorie (Game Theory) is een tak van de wiskunde waarin het nemen van beslissingen centraal staat. Het is ontstaan uit de analyse van beslissingen die worden genomen bij het spelen van bordspellen. Met toepassingen in de economie, sociologie en biologie is het een zich snel ontwikkelend onderdeel van de wetenschap. De speltheorie biedt een raamwerk waarbinnen strategische interactie tussen 'spelers' bestudeerd wordt. Met behulp van modellen wordt geprobeerd de onderliggende interactie van 'spelers' die beslissingen nemen te begrijpen. Een voorbeeld waarin de speltheorie toepassing kan vinden, is het driedeurenprobleem.

Overzicht
Een 'spel' is een (model van) interactie tussen spelers die individueel beslissingen nemen. De spelers ontvangen een beloning (payoff) die afhangt van hun eigen beslissingen maar ook van die van de anderen.
De speltheorie kan worden verdeeld in twee velden. De zogenoemde coöperatieve spellen (cooperative game theory) en de niet-coöperatieve spellen (non-cooperative game theory). Het verschil tussen deze twee velden is dat bij coöperatieve spellen bindende afspraken tussen de spelers gemaakt kunnen worden terwijl dit niet mogelijk is bij de niet-coöperatieve spellen.
Deze hoofdindeling kan vervolgens worden uitgesplitst in weer twee delen.
4.    De coöperatieve spellen kennen:
1.    het individuele coöperatieve spel (deze spellen kennen meestal een puzzelachtig karakter; voorbeelden van bordspellen in dit genre zijn: Rushhour, Rubiks Kubus, Loco)
2.    het meerpersoons coöperatieve spel (voorbeelden van bordspellen in dit genre zijn: Pandemie, Archipel, Max de Kat)
       De niet-coöperatieve spellen kennen:
1.    het tweepersoons 'nulsomspel' (alleen de winnaar krijgt een punt of bij remise hebben elk een 1/2 punt; voorbeelden van bordspellen in dit genre zijn: Schaken, Dammen, Go, Twixt)
2.    de meerpersoons niet-coöperatieve spellen (vrijwel alle bordspellen vallen binnen deze categorie)
Binnen de speltheorie wordt tegenwoordig het meeste onderzoek gedaan naar de niet-coöperatieve spellen.
Een andere belangrijke verdeling die gemaakt moet worden is die tussen complete en incomplete informatie. Bij complete informatie kennen alle spelers de voorkeuren (en beloningen) van de spelers, terwijl dit bij incomplete informatie niet het geval is. Daarnaast dienen de spelers rekening te houden met de kennis die zij hebben over de situatie en de kennis die de andere spelers hebben; men redeneert hierbij over de dingen die individuele spelers weten, over dingen die iedereen weet of over kennis die de spelers gemeenschappelijk hebben. Voorbeelden van bordspellen waar het element van incomplete informatie naar voren komt zijn:
1.    voor het individuele coöperatieve spel: Patience
2.    voor het meerpersoons coöperatieve spel: Pandemie, The Lord of the Rings
3.    voor het nulsomspel: Stratego
4.    voor het meerpersoons niet-coöperatieve spel: Colditz, Scotland Yard en Shadows over Camelot.
Opmerkelijk is dat je bij het meerpersoons niet-coöperatieve spel met incomplete informatie vaak ook een verschuiving van de grenzen tussen het coöperatieve en het niet-coöperatieve spel ziet. Het spel kent afwisselend coöperatieve elementen en niet-coöperatieve elementen. Zo werken in het bordspel Scotland Yard meerdere detectives coöperatief samen (coöperatief spel), tegen Mr. X (niet-coöperatief spel).
De vervaging van de grens tussen coöperatief spel en niet-coöperatief spel gaat helemaal spelen bij de simulaties of rollenspellen, waarbij coöperatieve en niet-coöperatieve elementen elkaar voortdurend afwisselen, vrijwel overeenkomstig de werkelijkheid. Ieder beslissingssituatie wordt dan een apart speltheoretisch spel.
Een basisaanname van de speltheorie is dat mensen rationeel handelen. Dit wil zeggen dat de deelnemers aan het spel het gekozen alternatief op zijn minst gelijk (volgens zijn/haar voorkeuren) beschouwen aan de overige alternatieven. Dit wil niet zeggen dat de deelnemers 'egoïstisch' handelen. Deelnemers kunnen het welzijn van anderen de voorkeur geven boven het eigen welzijn.
Met behulp van de bovengenoemde aspecten kunnen de 'spellen' in verschillende categorieën worden verdeeld en kan zo de uitkomst van een spel worden gevonden. De uitkomst van zo'n spel kan een belangrijk inzicht geven in het maken van beslissingen door mensen in bijvoorbeeld het zakenleven, de handel, in oorlogstijd, en niet te vergeten tijdens gezelschaps- en bordspellen.
Speltheoretisch onderzoek is over de afgelopen jaren meerdere malen beloond met de Nobelprijs voor de Economie.




In de Van Dale word dilemma gewoon beschreven als een moeilijke keus. Zonder een aanduiding te geven van de hoeveelheid keuzes.

In het Prisma woordenboek staat dat het een moeilijke keus is uit 2.




Goed – Kwaad
Zwart – Wit
Liefde – Haat
Trouwen - Single
Kind – Geen kind
Geluk – Verdriet
Hoop – Hopeloos
Toekomst – Einde
Arm – Rijk
Oorlog – Vrede
Praten – Geweld
Seks, drugs en rock and roll – Huisje, boompje, beestje
Macht - vrede






















Morele dilemma’s

Bijna elke dag komen we in aanraking met beslissingen en keuzes, of die nou groot of klein zijn. We moeten dan zelf bepalen wat goed is, minder goed of helemaal niet goed, slecht dus. Die belangrijke beslissingen kan je morele dilemma’s noemen. In morele dilemma’s gaat het vaak om twee waardengebieden, die met oplossingen komen als bijvoorbeeld:
Mag je liegen om iemands leven te redden? of
Mag je beloftes breken als je iemand moet helpen?
Een voorbeeld van een moreel dilemma:
Habiba hoort van de dokter dat haar vader ongeneselijk ziek is. Haar vader weet dat nog niet. Hij is nog niet erg aanspreekbaar. Habiba is verward en ze weet niet wat ze moet doen: moet ze haar vader de waarheid vertellen? Als ze de waarheid verteld, doet ze haar vader veel pijn, maar haar vader heeft recht op de waarheid.
Dit voorbeeld is een duidelijk voorbeeld van een moreel dilemma. Er spelen hierin 2 waarden een rol: de vader van Habiba hoort de waarheid te weten, ook wil ze haar vader geen pijn doen. Ze heeft geen keus, ze moet beslissen. Ze moet er zelf achter komen wat haar het beste lijkt.
Kenmerken van een moreel dilemma
Er zijn verschillende kenmerken voor een moreel dilemma. Je kan een moreel dilemma herkennen aan de volgende kenmerken:
1- Soms is er geen sprake van keuzevrijheid, je zal moeten kiezen. De persoon waar het om gaat voert een strijd met zichzelf, met zijn betere ‘ik’. Dat is het superego heet dat, zijn geweten. Een tussenmogelijk is niet mogelijk, de persoon zal moeten kiezen. Als je niet kiest worden er voor jou
misschien nadelige beslissingen genomen.
2-Een moreel dilemma heeft grote gevolgen. De gevolgen kunnen zo groot zijn dat ze de rest van je hele leven kunnen beïnvloeden. De gevolgen zullen nog lang door blijven werken.
3-De genomen beslissing in het moreel dilemma heeft grote gevolgen voor anderen.
In het volgende voorbeeld kan je goed de 3 kenmerken van een moreel dilemma zien:
Het voorbeeld komt uit een boek, het heet Sophie’s keuze. Er is ook een film van gemaakt. Het verhaal speelt zich af in de tweede wereldoorlog. Sophie moet naar het concentratiekamp Auschwitz, waar ze gedwongen wordt te kiezen een van haar 2 kinderen (een jongen en een meisje) aan de Duitsers af te
staan. Ze kan niet kiezen, en de Duitsers willen ze dan maar alletwee meenemen. Wanhopig schreeuw zij dan:”Nee! Neem mijn meisje”, omdat ze anders alletwee vermoord zouden worden. Ze blijft zich haar hele leven schuldig voelen om deze keuze.
Bij punt 1: je zal moeten kiezen.
Sophie heeft in dit dilemma geen keuze. Ze moet kiezen voor 1 van haar 2 kinderen. Het is als moeder die van haar kinderen houdt heel moeilijk om tussen 2 kinderen te kiezen. Als ze niet kiest worden er voor haar nadelige gevolgen beslist. Ze moet dus kiezen, het is 1 kind of helemaal niets.
Bij punt 2: een moreel dilemma heeft grote gevolgen.
Deze beslissing van Sophie heeft grote gevolgen voor haar. Ze blijft zich haar hele leven schuldig voelen, en dat heeft grote invloed op je leven.
Bij punt 3: de genomen beslissing heeft grote gevolgen voor anderen.
De beslissing van Sophie had veel invloed op haar dochtertje, zij werd vermoord, dat is een groot gevolg van haar keuze.
Morele bezwaren.
Als je het helemaal niet meer weet, doe je een beroep op je geweten. Het geweten, het bewustzijn van goed en kwaad, word hier altijd op de proef gesteld.
Een voorbeeld van een jongeman die niet in militaire dienst wil, een dienstweigeraar. Hij kan een beroep doen op de Wet Gewetensbezwaren, omdat hij vindt dat oorlog onmenselijk is of tegen Gods wil ingaat.
Streng-gereformeerden hebben vaak gemoedsbezwaren. Ze zijn dan bijvoorbeeld tegen inenting tegen polio. Ze geloven dat als je goed leeft, je niet ziek kan worden, want ziekte zien ze als een staf van God. Dus als je volgens Gods wil leeft, kan je volgens hen niet ziek worden.
Een gewetensbezwaar heeft een morele dimensie en is daarom altijd gebaseerd op een levens- of wereldbeschouwing.
Bijvoorbeeld pacifisten, Jehova’s getuigen en vegetariërs.
Pacifisten zullen zo bijvoorbeeld niet in militaire dienst gaan, omdat pacifisten streven naar vrede. Jehova’s getuigen zullen nooit verjaardagen vieren, omdat dat niet mogelijk is volgens hun geloof. Vegetariërs zullen nooit vlees eten, omdat ze vinden dat vlees eten slecht is.
Minder bekend is de gewetensnood die kan optreden in werksituaties. Hiervan zijn er enkele voorbeelden:
-Een verpleegkundige weigert mee te werken met aan een abortus of
euthanasie. Zijzelf of haar geloof is van mening dat het een ernstige misdaad is.
-Bij een bedrijf is tijdsnood ontstaan. Besloten word om op de zondag door te werken. Een christelijke medewerker weigert mee te werken, het mag niet van zijn geloof.
Arbeiders kunnen op verschillende gronden dienst weigeren. Hier noemen we er
4:
-Als het opgedragen werk in strijd is met de wet, zoals papieren vervalsen.
-Als er sprake is van ernstige aantasting van grondrechten van anderen, zoals abortus, euthanasie of het leveren van wapens.
-Als er dreiging is van een acuut gevaar voor de volksgezondheid of het milieu; de Arbo-wet regelt dat iedere werknemer het recht heeft het werk neer te leggen als dit gevaar oplevert voor zichzelf en voor anderen.
-Als er sprake is van een gewetensbezwaar, gebaseerd op een levens- of wereldbeschouwing. Zoals zondagsarbeid bij christenen, militaire dienst bij pacifisten en het werken met bloedpackets in ziekenhuizen bij Jehova’s getuigen.
Er zijn verschillende oplossingen als een werknemer met zo’n probleem zit:
-Hij kan het negeren, en er niet aan denken. Er zijn geen alternatieven aanwezig.
-Hij kan bezwaar maken. Misschien worden dan zijn redenen serieus genomen door de directie.
-Je kunt weigeren het werk te doen. Je loopt het risico wel om ontslagen te worden. Je kan dan proberen je gelijk te halen bij de kantonrechter.
-Je kan zelf ontslag nemen.
-Je kan het openbaar maken aan het publiek. Maar als gevolg daarvan kan je ontslagen worden.
Vaak heeft een gewetensbezwaar grote moeite om ermee voor de dag te komen. Er is vaak geen begrip voor diegenen.




Nu net een paar voorbeelden van morele dilemma's gevonden:

Stel, een goede vriendin komt op bezoek. Ze is kort daarvoor jarig geweest. Omdat je niet op haar feest kon komen geef je alsnog een cadeautje. Het is een staatslot. Je hebt voor jezelf ook een staatslot gehaald. Je vriendin bedankt je hartelijk. Het is een gezellige avond. Als ze weg is, zie je dat ze haar cadeau is vergeten. Jullie zien elkaar pas volgende week weer. Twee dagen later is de trekking. Het blijkt dat op jouw lot een prijs van 50 euro is gevallen. Uit nieuwsgierigheid kijk je ook even in het envelopje dat je je vriendin had gegeven. Op het lot van je vriendin blijkt een prijs van 150.000 euro gevallen. Wat doe je? Je vriendin weet van niks, ze kan onmogelijk het lotnummer onthouden hebben. Ze kan het geld goed gebruiken, maar dat geldt voor jou ook.


Je rijdt op een stormachtige avond met je auto in de stad rond.
Je passeert een bushalte en ziet daar drie mensen staan wachten op de bus:
1. Een oud vrouwtje dat doodziek is
2. Je beste vriend die ooit je leven redde
3. De ideale vrouw waarvan je al heel je leven droomde
maar: je rijdt in een Mercedes SL 55 AMG en er kan maar één passagier mee en je kan niet terugrijden (waarom weet ik niet, maar het maakt gewoon deel uit van dit domme raadsel).
Wie neem je mee ?
Denk goed na.
Dit is een ethisch/moreel dilemma dat ooit gebruikt werd in een selectieprocedure voor managers
Je kan het oude vrouwtje naar het hospitaal brengen, waardoor je haar leven redt.
Of je neemt je vriend mee zodat je quitte staat.
Maar dan ben je natuurlijk de liefde van je leven kwijt.
Denk goed na.
Scroll naar beneden als je een oplossing denkt te weten.......

                                 







Het ideale antwoord was:
Ik geef de sleutels van mijn wagen aan mijn vriend en laat hem het oude vrouwtje naar het hospitaal brengen. Ik wacht samen met de vrouw van mijn dromen op de bus.

Moraal van het verhaal:  Je kan meer bereiken als je bereid bent om eens anders te denken ....
De kans is uiteraard groot dat jij hebt gezegd:
Ik overrijd het oude vrouwtje om haar uit haar lijden te helpen,neuk de vrouw van mijn dromen in
mijn auto,en rij dan naar de dichts bijzijnde kroeg om dat met mijn vriend te vieren...

Het is u vergeven!
                                                 



Ethisch dilemma

Een ethisch dilemma is een situatie waarbij iemand verschillende keuzen tot handelen heeft die, volgens het zogenaamde gezond verstand, uitmonden in ethisch onwenselijke situaties.
Deze dilemma's worden vooral gebruikt om aan te tonen dat het utilisme tot onwenselijke situaties leidt. Enkele voorbeelden:
Ethisch dilemma van Marcel van Dam
Een vrachtwagenchauffeur rijdt op een smalle weg en ziet voor zich aan zijn kant van de weg twee wandelaars en aan de overkant een fietser. Hij kan er niet tussendoor dus hij remt, maar de remmen weigeren. Als hij niets doet rijdt hij twee mensen dood. Als hij naar links stuurt slechts een. Wat moet hij doen?
Een andere vorm van dit dilemma is:

Een arts loopt in de gang van zijn ziekenhuis. Hij heeft twee patiënten met een zeer zeldzame bloedgroep. De ene heeft een hart nodig, de ander een lever. Maar die zijn niet voorradig en de patiënten zullen sterven. Dan komt hem een verpleegster tegemoet waarvan hij weet dat zij dezelfde zeldzame bloedgroep heeft. De arts heeft hier ook de keuze. Doet hij niets, dan vallen er twee doden, maar hij kan ook ingrijpen en een verpleegster opofferen.
Het probleem bij deze dilemma's is dat een keuze moet worden gemaakt tussen het doden van één of meer personen. Het utilisme bepaalt dat de utiliteit (geluk, plezier etc.) altijd gemaximaliseerd moet worden en dus gekozen moet worden voor het doden van het minst aantal personen.
Deze keuze wordt door de deontologische ethiek bestreden. In de kantiaanse ethiek bijvoorbeeld, verbiedt de categorische imperatief dat men mensen gebruikt als een middel. Er kan aldus nooit iemand gedood worden om bijvoorbeeld organen te leveren voor meerdere personen. Er ontstaat aldus een moreel dilemma.


















And suddenly i have an idea!!


A bankrobber robs a bank ( SUPRISE! :P)  and while he runs out, a cop spots him with a bag of cash and he starts to chase him. The bankrobber uses the coins from out of the bag to stop him. 
Then the robber runs into an alley and there is a gang of crooks standing in front of him.
DILEMMA #1


Then he throws a fistful of dollars in the air. And throws a coin to a ladder hanging down from a balcony, the ladder falls down and he climbs up.
On the roof of the building he runs to the other side of the building, then the cop shows up again!
He has to jump down or be caught.
DILEMMA #2


He jumps!
He keeps on falling and falling and falling..
Then he hits the ground, a very dusty and warm ground.
The desert.
5 Mexicans show up in front of him.
Pointing there guns at him, ''the money or you're dead''
DILEMMA #3


He shivers of fear, but then he thinks of the cop again!
He tells them a big and strong cop is chasing him and that he is after the money too, but that he knows a plan to stop the cop.
The mexicans hesitate but then tell him that they will give him some of the money if he stops the cop.


The cop shows up and the robber goes straight to him and tells him that he had stolen the money for the mexicans and that he knows where they are.
The cop follows him and shoots the mexicans.
The Robber steals the money back from the mexicans during the gunfight and takes off.


What if the bankrobber has a brother who is an artist and he accidentally walks by the bank and gets mistaken for the bankrobber.
He has a brush with which he can create real things!










My first sketches!








And I have another idea! 2 others actually!


First I came up with a second idea of a story about an elephant whose trunk is too long.


For this I have had several conversations with Celine, my girlfriend. Those conversations lead to things that might happen to an elephant with a trunk that's waaaaay too long!






My second idea, third idea actually, is a story about a Turtle who wakes up, stretches out and while doing that kicks his shield of a mountain.
The turtle starts a race down the mountain to get his shield back.






I still think I'm gonna go for my first idea, I have started sketching and now it's time to start with my storyboard.








NOOOO NOOOO, this isn't working...
It's just not what i wanted to make..
When i started with this i wanted to make something that is simply impossible in real life and this story, except 2 scenes, CAN happen in real life...


So i have to choose between the elephant dilemma or the turtle dilemma..


I'm gonna go for the elephant.. I think it's more interesting to watch an elephant seeking a solution for his waaaay too long trunk, than looking a turtle running down a mountain to get his shield back.




The Elephant Dilemma.


I've made a few first sketches of the baby elephant and his parents.
Celine gave me the idea for the origin of that way too long trunk of the baby elephant:
Mother elephant has to deliver a baby, but the baby is stuck, the mother pushes and pushes but the baby won't come out.
So when de baby's head is out he graps it's trunk with his trunk and he pulls and pulls till the baby pops out.
But his trunk is very elongated...






LOVE IT!




Okey, the rest of the story..
The elephant starts walking and soon notices that he steps on his way too long trunk. He thinks that if he ties a knot in his trunk the problem is solved.
So, the elephant ties a knot in his trunk. at first he is very happy with his idea, later on he notices that the animals are laughing at him... he looks stupid!


So the elephant unties the knot in his trunk and gets depressed.
Then a hungry crocodile spots him, he makes up a plan and goes straight to the elephant.
He taps the elephant on the shoulder and tells him his plan.
The plan is to let the crocodile bite off half of the elephants trunk.
The elephant is happy with this plan, this will make things right.
But just when the crocodile wants to bite, he trumpets as hard as he can!
The crocodile scares and the elephant runs off while still trumpetting.


Then he stops trumpetting and again he steps on his way too long trunk..
He trips and starts rolling and rolling and rolling..... Until..
He hits a massive tree.
The bird in the tree is a woodpecker, a very old and wise woodpecker..
He scared the crap out of himself because of the elephant hitting his tree..
He flies down and goes checking whatever hit his tree, he spots the elephant ( not hard too miss.. ) and he directly sees what the problem is.
He starts thinking and suddenly he has it!
He starts working on his idea..


After a while the woodpecker gets the elephant and shows him what he made.
He made artificial paws for the elephant!
Now the elephant walks higher and he will never have trouble of his way too long trunk again.


The end.